feestmaalIedereen heeft er wel iets mee. De een positief, de ander negatief. De een denkt er de hele dag aan, maar doet het niet, de ander denkt er de hele dag niet over na en als hij het doet denkt hij er niet bíj na. De een doet het heel uitgebalanceerd, de ander ook, namelijk elke dag heel veel en vet. Ik kom uit een (Surinaamse) familie, die eten ziet als een sociale aangelegenheid, iets waar je, liefst met anderen van moet genieten. Mijn ouders zijn allebei sterren in de keuken, die kunnen zo overheerlijk koken dat ik me nog steeds afvraag waarom zij nooit een eethuis zijn begonnen. Volgens mij hadden ze schathemeltje rijk kunnen worden. Niet dat ik alles wat mijn moeder vroeger op tafel zette nou zo waardeerde hoor. Mijn moeder had vroeger "buien" zoals ik dat noemde: ineens gingen er overal garnalen in. Garnalen! Ieuw! Kleine sponzige monstertjes waarvan de oogjes kraken als je erop bijt! Zo'n bui stabiliseerde zich ook wel weer,dan zaten ze alleen nog maar in gerechten waar ze volgens mijn ouders echt in hoorden. Wat mij betreft horen garnalen in de zee. Al met al, zeker achteraf had ik wel mazzel: ik mocht dan niet alles geweldig vinden, maar mijn moeder kón tenminste koken. Een keer ging ik bij een vriendinnetje eten, andijvie op aardappelen. De andijvie van mijn moeder was heerlijk (als er geen garnalen in zaten), dus toen de moeder van het vriendinnetje vroeg of ik het lustte, zei ik ja. Maar dat de ene andijvie de andere niet is, daar kwam ik wel achter! Een slapgekookt drabje, met aardappels die zouter waren dan het drabje en gehaktballen waarmee ik liever was gaan stuiteren! Mijn moeder roerbakte de andijvie met tonijn, of dus vieze garnalen. Maar zelfs met garnalen was het zo veel beter dan andijvieprut! Nu is roerbakken vrij normaal, toen (1980) deed bijna geen enkele Nederlander dat nog. Zelfs toen ik zelf begon met koken (1990) was het nog alles behalve gebruikelijk. Mijn moeder moest echt naar de Surinaamse winkel om kouseband of amsoi te kopen, tegenwoordig ligt zeker de kouseband in elke supermarkt. In deze tijd zijn supermarkten letterlijk van alle markten thuis, je hoeft helemaal niet te kunnen koken om toch een Indiase of Javaanse maaltijd op tafel te kunnen zetten. Aan de authenticiteit kun je twijfelen, maar waarom zou je? Tegenwoordig heb je dan ook wat ik noem de "bouwpakketten kooksters". Dat zijn de vrouwen die hun karretje volladen met allerlei interessante doosjes en tegen hun vriendinnen opscheppen dat ze Afrikaans kunnen koken (doosje boboti), Javaans (doosje Javaanse gehaktballetjes) en Surinaams (doosje roti). Nee, dat mag je geen koken noemen, dan kun je alleen maar heel goed doen wat je gezegd wordt. Dat is net als zo'n tekening maken waarbij je de puntjes moet verbinden en dan roepen dat je heel goed kunt tekenen. potjeZelf ben ik een "ja-dat-kunnen-jullie-nou-wel-op-de-doos-zetten-maar-dat-doe-ik-lekker-toch-niet" kookster. Als ik rendang maak, koop ik heel lui een boemboe en ook al staat het er niet op, ik doe er lekker veel kokos bij. En ik maak het met elke soort vlees die ik leuk vind. En ik doe er ook al geen water bij. Ik houd me eigenlijk nooit aan recepten. Vaak met succes, soms iets minder. Ik had een mix voor pandang chiffon-cake, waarop niet stond dat er kokosmelk in moet, doet mijn moeder wel altijd en dat is lekker, dus ik ook! Tja helaas, wat er uit de oven kwam smaakte heerlijk romig zoals ik had bedoeld, maar het leek een beetje alsof iemand de stop uit mijn cake had getrokken en hij leeggelopen was. Beetje jammer. Soms ben ik per ongeluk eigenwijs. Ik wilde laatst rosé kopen voor op een verjaardag, maar ik vond geen lekkere, dus nam ik een zoete rode wijn mee. Met in mijn hoofd nog de rosé, zette ik hem koud. De volgende dag schrok ik een beetje, verdorie, wijn verpest! Maar ik probeerde hem eens, en hij was lekker!! Dus ik heb mijn gasten koude rode wijn voorgezet. Ze keken me eerst een beetje ongerust en toen een beetje medelijdend aan, maar daar kwamen ze  wel van terug hoor! Hartstikke lekker, koude rode wijn. Hoewel ik nog steeds heel graag bij mijn ouders eet, heb ik een deeltje van hun kookgenen wel geërfd. En ook het genieten van eten heb ik meegekregen. Voor sommige mensen is eten een noodzakelijk iets, die weten eigenlijk nooit wat ze willen eten, trekken 's avonds gewoon een van de potjes open die ze hebben staan en weten de volgende ochtend al niet meer wat ze gegeten hebben. Dat vind ik een beetje zielig eigenlijk. Iets wat je elke dag doet, daar kan je maar beter van genieten. Ik zou bijna zeggen: kom eens bij mijn ouders eten, dan ben je wel genezen van potjesvoer! Bijna he, want als alle potjesmensen bij mijn ouders komen eten, kan ik niet meer zo vaak.

Ontvang urgent nieuws direct via ons WhatsApp kanaal!
Nieuw - ontvang urgent nieuws als vermissingen, belangrijke 112-meldingen of andere calamiteiten direct via ons WhatsApp kanaal! Klik hier om je direct aan te melden of hier voor meer informatie.

Max Joling

Over de auteur

Max Joling

31-jarige redacteur die objectieve artikelen schrijft maar ook eens een eigen schrijfsel publiceert met het doel te inspireren of aan te zetten tot nadenken. Die kun je hieronder lezen.

Eerder gepubliceerd

Meer artikelen uit columns